Ik was deze week in gesprek met een vriend die “doodzieke” organisaties in opdracht van banken reanimeert. Hij liet het actieplan van een zorginstelling zien. ‘Het ziekteverzuim moet terug van 8% naar van 6 % en dat heeft een positieve impact van 400.000 op het resultaat’ zo vertelde hij mij.
Zes procent de benchmark in de zorg? Ik herinner me percentages rond de 2%. Mijn gedachten dwaalden af naar happyland. Op Pernis had ik een maat. Hij noemde mij voor de grap altijd Bob. Naar Bob de Rooij, een typetje van Paul de Leeuw. Normaal zou ik daar niet om lachen, maar met die kop van hem erbij, hoorde het al snel bij. Nu ik niet meer op Pernis werk, mis ik zijn lach en het regelmatige contact met hem. Een maat is iemand met wie je missie deelt. Niet dat je het dan altijd eens bent met elkaar. Dan kan juist, omdat je weet dat je hetzelfde wilt bereiken. En dat gaat gepaard met kameraadschap. Hard werken, grappen maken, discussiëren, twee stappen vooruit en één terug, gesprekken bij de koffieautomaat. Kameraadschap is één van de leukste dingen van het werk. Zeker als je samen je doelen haalt.
Je weet dat een maat een tijdelijke vriend is. Het is gebaseerd op gelegenheid, je deelt hetzelfde kantoor of dezelfde gang. Met deze maat werkte ik aan het beste onderhoud van het kloppende hart van een raffinaderij. Als de pompen snel gerepareerd worden en betrouwbaar zijn, is er rust bij operatie. En als er rust is, gaat alles beter. Door de inzet van velen en op vele fronten is de performance hefboom factor reparatie-interval (MTBM) sterk verbeterd.

Die gezamenlijke missie heb ik verlaten. Meestal worden maten dan connecties op Linkedin. Heel af en toe wordt een maat een vriend. Je houdt contact. Ook al mis je de gezamenlijke missie. Zo werd ik op een dag verrast met een deze foto in de App. Deze collega was ook letterlijk nogal aan de Maat (obesitas). Dit is een topprestatie! Hij is nu goed bezig met preventief onderhoud aan zijn eigen pomp. Daar ben ik super blij mee!
Waarom wachten tot je knieën het niet meer doen?
Mijn maat heeft lang geworsteld in een stadium van wikken en wegen. “eigenlijk zou ik …”.. Zeg niet dat hij geen motivatie had. Zijn motivatie ging verschillende kanten op en was niet duidelijk. Ambivalentie is een vervelend gevoel en daarom drukken mensen het vaak weg. Uitstelgedrag tot het niet meer kan. Mijn maat heeft zelf de grote stap gezet. Ik realiseer me nu dat ik drukker was het zorgen voor de pompen van Shell Pernis dan met zorgen voor de mensen.
En de dokter dan? Mijn echtgenoot werkt als huisarts. Van dichtbij zie ik hoe druk haar dagen zijn. De vergelijking met de pompen van Pernis is snel gemaakt. Natuurlijk is er ketenzorg, toch is 98% van het systeem gebaseerd op correctief onderhoud. Pas als er problemen zijn, ga je naar de dokter.
Kunnen wij dit wel betalen?
Het onderwerp laat me niet los. ’s Avonds blader ik op de bank even in de Miljoenennota. Heldere grafiekjes maken snel duidelijk dat de zorg in de toekomst onbetaalbaar wordt. Daar komen de kosten van verzuim en arbeidsongeschiktheid en het niet gezond halen van de stijgende pensioenleeftijd nog bij. Los van de financiële last, krijgen individuele mensen elke dag te maken met klachten, pijn, tijd bij de dokter, tijd in het ziekenhuis, pillen, kortom jaren aan gezondheidsverlies. Naast levensverwachting maakt het nogal uit wat je jaren in goede gezondheid zijn en of je zonder beperkingen en ziektes kunt leven.

Het is duidelijk, ons kloppende hart is DE performance hefboom voor ons welzijn en onze welvaart. Met een opgeruimd hoofd en een fit lijf gaat alles beter. De N=1 studie van mijn Maat is hiervan het bewijs. Als het lukt om het reparatie interval van pompen te verdubbelen, moet het toch ook lukken om het aantal gezondheidsjaren van de Nederlander te verdubbelen. De bepalende factoren zijn volstrekt helder: voeding, bewegen, stress, ontspanning, slaap, sociale contacten en zingeving. En de bottleneck ook: uitstelgedrag. Sneller uit de fase van wikken en wegen, zolang je knieën het nog doen!
Wanneer zet jij leeftstijl op de strategische agenda?
Ik was deze week in gesprek met een vriend die “doodzieke” organisaties in opdracht van banken reanimeert. Hij liet het actieplan van een zorginstelling zien. ‘Het ziekteverzuim moet terug van 8% naar van 6 % en dat heeft een positieve impact van 400.000 op het resultaat’ zo vertelde hij mij.
Zes procent de benchmark in de zorg? Ik herinner me percentages rond de 2%. Mijn gedachten dwaalden af naar happyland. Op Pernis had ik een maat. Hij noemde mij voor de grap altijd Bob. Naar Bob de Rooij, een typetje van Paul de Leeuw. Normaal zou ik daar niet om lachen, maar met die kop van hem erbij, hoorde het al snel bij. Nu ik niet meer op Pernis werk, mis ik zijn lach en het regelmatige contact met hem. Een maat is iemand met wie je missie deelt. Niet dat je het dan altijd eens bent met elkaar. Dan kan juist, omdat je weet dat je hetzelfde wilt bereiken. En dat gaat gepaard met kameraadschap. Hard werken, grappen maken, discussiëren, twee stappen vooruit en één terug, gesprekken bij de koffieautomaat. Kameraadschap is één van de leukste dingen van het werk. Zeker als je samen je doelen haalt.
Je weet dat een maat een tijdelijke vriend is. Het is gebaseerd op gelegenheid, je deelt hetzelfde kantoor of dezelfde gang. Met deze maat werkte ik aan het beste onderhoud van het kloppende hart van een raffinaderij. Als de pompen snel gerepareerd worden en betrouwbaar zijn, is er rust bij operatie. En als er rust is, gaat alles beter. Door de inzet van velen en op vele fronten is de performance hefboom factor reparatie-interval (MTBM) sterk verbeterd.
Die gezamenlijke missie heb ik verlaten. Meestal worden maten dan connecties op Linkedin. Heel af en toe wordt een maat een vriend. Je houdt contact. Ook al mis je de gezamenlijke missie. Zo werd ik op een dag verrast met een deze foto in de App. Deze collega was ook letterlijk nogal aan de Maat (obesitas). Dit is een topprestatie! Hij is nu goed bezig met preventief onderhoud aan zijn eigen pomp. Daar ben ik super blij mee!
Waarom wachten tot je knieën het niet meer doen?
Mijn maat heeft lang geworsteld in een stadium van wikken en wegen. “eigenlijk zou ik …”.. Zeg niet dat hij geen motivatie had. Zijn motivatie ging verschillende kanten op en was niet duidelijk. Ambivalentie is een vervelend gevoel en daarom drukken mensen het vaak weg. Uitstelgedrag tot het niet meer kan. Mijn maat heeft zelf de grote stap gezet. Ik realiseer me nu dat ik drukker was het zorgen voor de pompen van Shell Pernis dan met zorgen voor de mensen.
En de dokter dan? Mijn echtgenoot werkt als huisarts. Van dichtbij zie ik hoe druk haar dagen zijn. De vergelijking met de pompen van Pernis is snel gemaakt. Natuurlijk is er ketenzorg, toch is 98% van het systeem gebaseerd op correctief onderhoud. Pas als er problemen zijn, ga je naar de dokter.
Kunnen wij dit wel betalen?
Het onderwerp laat me niet los. ’s Avonds blader ik op de bank even in de Miljoenennota. Heldere grafiekjes maken snel duidelijk dat de zorg in de toekomst onbetaalbaar wordt. Daar komen de kosten van verzuim en arbeidsongeschiktheid en het niet gezond halen van de stijgende pensioenleeftijd nog bij. Los van de financiële last, krijgen individuele mensen elke dag te maken met klachten, pijn, tijd bij de dokter, tijd in het ziekenhuis, pillen, kortom jaren aan gezondheidsverlies. Naast levensverwachting maakt het nogal uit wat je jaren in goede gezondheid zijn en of je zonder beperkingen en ziektes kunt leven.
Het is duidelijk, ons kloppende hart is DE performance hefboom voor ons welzijn en onze welvaart. Met een opgeruimd hoofd en een fit lijf gaat alles beter. De N=1 studie van mijn Maat is hiervan het bewijs. Als het lukt om het reparatie interval van pompen te verdubbelen, moet het toch ook lukken om het aantal gezondheidsjaren van de Nederlander te verdubbelen. De bepalende factoren zijn volstrekt helder: voeding, bewegen, stress, ontspanning, slaap, sociale contacten en zingeving. En de bottleneck ook: uitstelgedrag. Sneller uit de fase van wikken en wegen, zolang je knieën het nog doen!
Wanneer zet jij leeftstijl op de strategische agenda?
